zaterdag 11 januari 2020

God neemt het voor je op!

Vele volken, één land 
Het boek Genesis openbaart bijzonder goed hoe God ruimte en plaats maakt voor zijn uitverkoren volk in Kanaän. Vele volken ontstaan, maar slechts één volk krijgt Gods speciale zegen en zorg. Eerder zagen we dat al bij Abraham en Lot: Lot kiest het rijke mooie land van Sodom, maar Abraham krijgt het land waar God zijn zegen over uitspreekt "Heel dit land zal ik aan uw nakomelingen geven..." (Gen 13:14-17). Het beloofde land is daarom ook voor de beloofde zoon, Izak; om die reden stuurt Abraham zijn oudste zoon Ismaël weg om elders te gaan wonen. Over de nakomelingen van Ismaël lees je in Genesis 25 waar uitgelegd wordt dat zijn nakomelingen wonen in het gebied ten oosten van Egypte in de richting van Assur." Heel opmerkelijk is dat we lezen dat zijn nakomelingen "zich vestigden in de buurt van hun verwanten, en leefden in onmin met hen." (Gen 25:18). Aan Izak wordt dan de belofte herhaald: "Ik zal dit hele gebied aan jou en je nakomelingen geven en zo de eed gestand doen die ik je vader Abraham heb gezworen." (Gen 26:4). 

De nakomeling van Izak die de zegen ontvangt, blijkt Jakob te zijn. Hoewel hij deze zegen onrechtmatig ontvangt, blijkt toch dat God achter deze zegen staat. Hij belooft de vluchtende Jakob hetzelfde als zijn vader Abraham en Izak: "Het land waar je op licht te slapen, zal ik aan jou en je nakomelingen geven... Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nankomelingen." (Gen 28:13-18). Als Jakob na twintig jaar terugkeert naar Kanaän, maakt God vrede tussen Jakob en Ezau. Ezau vertrekt daarna naar een ander gebied, waarmee de 

Dit is de geschiedenis van Izak
Het verhaal van de familie van Izak is één lang verhaal dat loopt van Genesis 25 "Dit is het geslachtsregister van de familie van Izak" tot in Genesis 35:29 waar "hij werd begraven door zijn zonen Ezau en Jakob." De 'verhalenbundel' van Izak is hiermee ten einde. We zien daar omheen andere belangrijke familielijsten staan. In Genesis 25 staat (na de dood van Abraham) de nakomelingen van Ismaël de zoon die Hagar ... aan Abraham had gebaard." Genesis 36 vervolgt met de nakomelingen van Ezau en Genesis 37:1 pakt de draad weer op met "de geschiedenis van Jakob en zijn nakomelingen."
Wat vertellen deze diverse verhalenbundels nu werkelijk? In feite vertellen zij hoe de familie van Abraham, Izak en Jakob hun tijdelijke woonplaats in het land Kanaän hebben. Maar steeds klinkt de belofte "aan uw nageslacht zal ik dit land geven..."  

Eén geschiedenis, één God
In de verhalen hierboven leren we hoe de aartsvaders gezegend worden met beloften voor een groot nageslacht en een bijzonder land. Maar tegelijkertijd leren zij, en ook de lezers, God kennen. Steeds meer gaan we zien van de HEERE, de God die een verbond sloot met Abraham, Izak en Jakob. Vaak wordt Hij de Allerhoogste, maar ook de God van Abraham, Izak en Jakob. genoemd. Later openbaart Hij zich als "Ik ben de God van Bethel" (Gen 31) of maakt Hij zijn naam niet eens bekend "Waarom vraag je naar mijn naam?" (Gen 32:30). God kennen niet los van zijn volk Israël, en niet los van zijn daden in de geschiedenis. Elke keer opnieuw ontdekken we dat God een persoonlijke God is die zich persoonlijk openbaart aan zijn volk. Juist in het leven van Jozef, dat begint vanaf  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten