zaterdag 4 januari 2020

God, gerechtigheid en redding


Als we de verhalen uit Genesis 10 tot 19 lezen, zien we dat God Zich openbaart in het leven van Abraham en diens volk. Allereerst leren we wat gerechtigheid is. In het voorgaande (Gen 6-11) lezen we over Gods afkeuring over het kwaad van mensen. De zondvloed is een straf op de ongerechtigheid van de mensen. Ook Cham ontvangt een straf voor zijn ongerechtigheid. Als Abram de koningen van Sodom en Gomorra bevrijdt, ontmoet hij Melchi-Zedek (letterlijk: Koning van de Gerechtigheid). Deze koning is zowel priester als koning van Jeruzalem (Salem =vrede). In dit verhaal ontvangt Abram een zegen van deze koning. Let er ook op dat het verhaal over de straf op Sodom en Gomorra ingebed is in een nieuwe belofte van God aan Abraham: Hij zal een zoon ontvangen en uit die zoon komt een familie die gerechtigheid zal doen en leren aan de volken. Opnieuw is gerechtigheid een sleutelwoord. Daarom pleit Abraham ook of er toch geen rechtvaardigen hoeven te sterven met de onrechtvaardigen. 

Het boek Genesis openbaart God. Hij wordt geopenbaard als God de HEERE die Abram roept, als God de Allerhoogste, in de ontmoeting van Abram met Melchizedek. Deze Melchizedek brengt Gods zegen over Abraham – hierin is Melchizedek een prototype van Christus Jezus, die zowel priester als koning is en zegen geeft. Als Abram de rijkdom van Sodom afwijst (Gen. 14) belooft God dat Hij voor Abram een Loon en Schild is: God zal hem belonen en beschermen – opnieuw leren we God kennen op een nieuwe manier. En als Abram gelooft in de HEERE, rekent die hem als een rechtvaardige. Abrams familie zal in de wereld laten zien wat rechtvaardigheid is.

Ook leert het boek Genesis ons over geloof en redding. Abram gelooft God en gaat op reis (Gen 12), maar ook rekent God geloof tot rechtvaardigheid (Gen 15). Abram ontvangt steeds opnieuw een belofte van God die in vervulling zal gaan. Deze beloften gelden voor altijd, en onderstrepen Gods betrouwbaarheid. God belooft Abram een groot nageslacht (Gen 15), terwijl hij kinderloos is! God belooft Abram een heel land, terwijl het in bezit is aan de nakomelingen van Cham (Gen 10). In het verbond tussen God en Abram blijkt wat er met het volk gebeuren zal: onheil en rampen treffen Gods uitverkoren volk (!), maar God is als een vuur in hun midden: beschermend en bevrijdend. Juist in onze dagen, als vele volken Israël vervloeken, weten we dat Gods beloften aan Israël nog niet voorbij zijn. In geloof mogen we met Abram deze God volgen en veilig zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten