maandag 27 februari 2017

Krachtige woorden van een machtige leider!

Deuteronomium
Inhoud
Bijbelboeken worden geschreven in een bepaalde tijd, voor een bepaalde gelegenheid en met een bepaald doel. In het geval van Deuteronomium spreekt Mozes na 40 jaar rondzwerven (tijd) het volk Israël toe in een afscheidsrede (gelegenheid) waarin hij hen oproept om trouw aan de HEERE te blijven in het beloofd land (doel). Deze toespraak is waarschijnlijk niet in één keer gehouden, maar gedurende de 11e en de 12e maand van het 40e jaar (zie Deut 1:3 en 34:8).
Plaats in Tora
Het volk van Abraham, Izak en Jakob (Genesis), is door God bevrijd uit Egypte en tot zijn eigen volk aangenomen (Exodus), waarna het door de offers en wetten geheiligd wordt om God te dienen (Leviticus). God is 40 jaren als de Heilige in hun midden en leidt hen in vele verzoekingen door de woestijn (Numeri), waarna ze opgeroepen worden de HEERE trouw te blijven in het beloofde land, waarvoor zij instructies ontvangen (Deuteronomium.
Doel
Mozes roept het volk op om hun God, de HEERE, niet te vergeten en de verplichtingen van het verbond nauwgezet te vervullen. Het leert de christelijke lezer om de heiligheid en trouw van God te eren door trouw te zijn aan Hem. 
Structuur
De opbouw van het boek vertoont de opbouw van een oud verdragsstructuur. De HSV Studiebijbel geeft hier een mooie tabel bij, die in gewijzigde vorm gebruikt is, aangevuld met uitleg per onderdeel.
Verdragsstructuur
Deuteronomium
Bijzonderheden
Inleiding
1:1-5
Dit vindt plaats dichtbij de plek waar Bileam het volk Israël zegende.
Historische inleiding
1:6 t/m  4:49
Mozes herhaalt de belangrijkste zegeningen en zonden van de woestijnreis, en roept de hemel en de aarde tot getuigen dat zij trouw zullen blijven aan de HEERE.
Algemene bepalingen
5:1 t/m 11:32
Mozes herhaalt de Tien Geboden, met daarna het Sjema (6:4-9) en de oproep om deze God, de HEERE, de Getrouwe niet te vergeten.
Specifieke bepalingen
12:1 t/m 26:19
Uitgebreide uitleg van de tien geboden, met regels voor o.m. profetie (13), reine dieren (14), teruggave van goederen (15), feesten (16), koningschap (17), afgoderij (18), oorlogswetten (20), huwelijk (22) en echtscheiding (24), barmhartigheid aan vreemdelingen (25).
Zegen en vloek
27:1 t/m 28:68
Indringende hoofdstukken over zegen en vloek; hiermee zal Israël moeten instemmen als zij in het nieuwe land komen.
Verdragsclausule
29:1 t/m  31:29
Ernstige waarschuwing om de geboden niet te vergeten, want wie ze vergeet, zal vergaan!
Getuigen
32:1-43
Dit is een lied, waarin Mozes afscheid neemt van het volk!



aanvullingen
33:1 t/m 34: 12
Zegengroet van Mozes voor elke stam (33) en het levenseinde van Mozes (34).

Kernthema’s
-          God is bij zijn volk met goede wetten en rijke beloften van zegen
-          Het volk is verplicht om trouw te blijven aan de HEERE als onderdeel van het verbond
-          Het land Kanaän is geschenk van God om rust en overvloed te genieten


Mozes sterft op de berg Nebo. Voor een gedetailleerd Christipedia. 
overzicht per hoofdstuk zie op


donderdag 23 februari 2017

Delen is vermenigvuldigen

Bij de wonderbare spijziging van de Heere Jezus wordt een belangrijk geestelijk principe duidelijk. Delen is vermenigvuldigen. Van vijf broden voedt de Heiland meer dan 5000 mensen. En er blijft nog over ook. Als zijn discipelen later bezorgd zijn, waarschuwt de Heere Jezus hen voor het zuurdesem van de Farizeeërs. Van lichamelijk brood naar geestelijk brood.
En dat is precies waar het in de omgang met geld ook om draait. Geldelijke steun en geestelijke steun zijn met elkaar in verhouding. Geldelijke bijdrage en geestelijke bijdrage aan de gemeente gaan ook samen op. Dat blijkt wel uit de brief van Paulus aan de gemeente van Korinthe. Geldelijke steun van de gemeente wordt door Paulus geroemd en hij zegt: “Ze prijzen God, omdat u er blijk van geeft gehoorzaam te zijn aan het evangelie van Christus.” In Paulus dankwoord voor het geldbedrag van de Korinthiërs koppelt hij drie begrippen aan elkaar: vrijgevigheid – gerechtigheid -  dankbaarheid.
Vrijgevigheid is het tegenovergestelde van karigheid. Vrijgevigheid vergelijkt Paulus met het zaad van een zaaier. Een boer die karig (NBV) zaait, zal ook weinig oogsten. Maar wie gul en vrijgevig strooit, kan ook meer oogst verwachten. En, als klap op de vuurpijl: deze oogst bevat ook weer het zaaigoed voor het komende jaar (vs 10). Durft u dat te doen? vrijgevigheid en gulheid zijn eigenschappen die je niet aan iemand kan opleggen. In vers 7 maakt Paulus dan ook duidelijk dat geven een persoonlijke, vrije, keuze van het hart is. God is erbij betrokken als u geeft, want Hij heeft een blijmoedige gever lief. God verlangt dat we vrijgevig zijn, omdat Hij het zelf ook is. Kijk maar naar het laatste vers (vs 15): Gode zij dank voor zijn onuitsprekelijke gave! God zélf doet het ons voor. In de Christenreis van Bunyan komt er ook een man voor die ‘hoe meer hij gaf, hoe meer hij ontving.” De mensen noemden hem dwaas, maar hij was een rechtvaardige.
En Hij belooft vermenigvuldiging van de gaven: gerechtigheid. Paulus citeert hier uit de profeet Hosea, hoofdstuk 10:12. De mensen in Hosea’s dagen dachten alleen maar aan hun eigen welvaart. Sociaal onrecht en geestelijke ontrouw gingen hand in hand. En juist Hosea roept dan zijn volk op: “Zaait u tot gerechtigheid, oogt in goedertierenheid… het is tijd om de HEERE te zoeken.” Het eerlijk en rechtvaardig handelen laat dus iets zien van je hart. De Heere Jezus koppelt ook godsdienst aan uitdelen: “En als u leent aan hen van wie u hoopt terug te ontvangen, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars lenen aan zondaars, om hetzelfde terug te ontvangen. Maar hebt uw vijanden lief en doe goed, zonder te hopen iets terug te krijgen. Dan zal uw loon groot zijn. … Geef en aan u zal gegeven worden,… want met de maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden.” (Lukas 6:34-38). Zou het niet om diezelfde reden zijn dat het beoordelen ook in 1 Korinthe 6: “Zo gij dan gerechtzaken hebt, die dit leven aangaan, zet die daarover, die in de Gemeente minst geacht zijn.”  Ja, het geven levert wellicht geen geld op, zoals bij de bank. Maar het levert gerechtigheid op, eerlijkheid, vriendelijkheid, geduld, liefde en trouw. “Paulus merkt op dat mensen die jouw gift ontvangen, blij zullen zijn en voor je zullen bidden. Dit is het onverwachte gevolg van geven, terwijl je anderen zegent, word je zelf gezegend.” (bron: Het Leven, op 2 Kor 9:13,14).
En ook dankbaarheid. Het gemeentewerk zal verdiept worden als u uitdeelt. Niet alleen het gebrek der heiligen wordt vervuld, maar ook blijdschap en dankbaarheid. Mensen zien dat het Evangelie effect heeft: “onderwerping uwer belijdenis (SV)” of ook (NBV) “Ze prijzen God omdat u er blijk van geeft gehoorzaam te zijn aan het evangelie van Christus, wat u bewijst door de ruimhartigheid waarmee u met hen en alle anderen wilt delen.”  Is er bij ons zo’n vrijgevigheid te zien dat het aanstekelijk werkt? Dankbaarheid aan God! Dat zou geweldig zijn. Dan draagt het bij aan de verkondiging van het Evangelie, omdat Gods genade uitwerking heeft in ons leven. En tenslotte zal het ook uw karakter vormen naar het beeld van God.


maandag 20 februari 2017

God is in ons midden - lessen uit het boek Numeri

Elk Bijbelboek uit de Torah laat een ander aspect zien van de godsopenbaring. Het boek Exodus liet goed zien dat de HEERE verlost. In Leviticus dat de HEERE heiligt en hier dat de HEERE aanwezig is.
Het bijbelboek Numeri (uit het Grieks: tellingen) heet in het Hebreeuws BeMidbar (=in de woestijn) en wordt gezien als Mozes dagboek van de reis na de Sinaï. Het boek is een direct vervolg op Exodus, waar heet al over de bouw van de tabernakel gaat! Hier zien we hoe functioneel en symbolisch het is dat de tabernakel centraal  staat. Niet alleen om de offers te brengen, maar ook om te beseffen dat God in hun midden is.

Indeling van het boek
Er zijn diverse voorstellen om het boek in te delen. 
Deze is van Ernst Aebi 'Korte inleiding tot de bijbelboeken', IBB. 

Sinaï woestijn (Num.1-10)
Sinaï-Kades-Moab (Num 11-25)
Midian (Num 26-36)
Indeling van legereenheden
Reis naar het beloofde land – veel strubbelingen, zonden en zorgen
Nieuwe generatie

Een andere indeling is te vinden in de HSV-Studiebijbel: 

Wetgeving bij Sinaï
Reis
van Sinaï naar Kades
Wetgeving bij Kades
Reis
van Kades naar Moab
Wetgeving bij Moab

Een andere indeling  stel ik me als volgt voor: 
God woont bij zijn volk Israël
(Numeri 1-10)
Gods’ aanwezigheid op de proef gesteld
(Numeri 11-19)
God zegent zijn volk
(Numeri 20-25)
Gods aanwezigheid ontvangen in Kanaän
(Numeri 26-36)
De stammen gegroepeerd rond de tabernakel wordt gezegend en beschermd door God
Leiderschap van Mozes betwist
-          door het volk
-          door Mirjam en Aäron
-          door de verkenners
-          door het volk
-          door Korach, Dathan en Abiram

Overwinning op
-          Edom
-          Kanaän
-          Sihon en og
-          Balak en Bileam

Verplichtingen
-          Offers
-          Feesten
-          Verplichtingen
-          Grens Kanaän
-          Vrijsteden




Belangrijke boodschappen van het boek Numeri
Gods beloften aan Abrahams’ nageslacht gaan in vervulling
De zegen van God aan Abraham (Gen 12:1-3) gaat letterlijk in vervulling. “Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken en u zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen en vervloeken wie u vervloekt; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend zijn.”
We zien dit terug in Numeri (bron: Studiebijbel HSV)
1)    Abraham ging op reis naar het land Kanaän en ook zijn nakomelingen zijn op reis naar
het beloofde land.
2)      In het boek Numeri zien we dat het aantal nakomelingen talrijk is geworden. Velen sterven echter in de woestijn, maar anderen nemen hun plaats in. Nooit zal het aantal nakomelingen uitsterven.
3)      Verbondsrelatie met God “Zij zullen mij tot een volk zijn” wordt keer op keer herhaald in dit boek.
4)      Zegen voor de volken is wat ook Bileam begrepen heeft:  “Zie, een volk, het staat op als een leeuwin, als een leeuw richt het zichzelf op” (Num 23:24) en ook: “Wie u zegent, is gezegend, wie u vervloekt is vervloekt!” (Num 24:9) en ook: “Er zal een ster uit Jakob voortkoemn, er zal een scepter uit Israël opkomen; hij zal de flanken van Moab verbrijzelen en alle zonen van Seth vernietigen.” (Num 24:17).

God woont beschermend, leidend en zegenend bij Zijn volk
Dat God, de heilige HEERE in hun midden is, geeft zegen en verantwoordelijkheid. Zegen omdat de andere volken worden verjaagd en overwonnen. Mozes spreekt de hogepriesterlijke zegen uit: “De HEERE zegene u en behoede u…” en spreekt bij elke reis “Sta op HHEERE, laat Uw vijanden overal verspreid worden en hen die U haten, van Uw aangezicht vluchten!” (Num 10:35-36).  We zien deze teksten terugkeren in Psalm 121 “De bewaarder Israëls zal niet slapen en sluimeren” en in psalm 68 “God staat op, Zijn vijanden worden overal verpreid…”
Bileam kan  geen vervloeking uitspreken, omdat de HEERE hem gebiedt om het volk te zegenen. God blijkt direct betrokken, beschermend om Zijn volk heen te staan! Tegenstanders worden in Zijn naam overwonnen.

Mopperen is de weg naar de ondergang!
Deze zegen geeft ook verantwoordelijkheid. Op zonden van het volk volgen op deze reis vele straffen. Vele Israëlieten vinden de dood na de opstand in Tabera, Kibroth-Taäva (Num 11),  Mirjam wordt melaats, de verkenners vallen dood neer en Korach, Dathan en Abiram verdwijnen met hun families in de grond. Dat de heiligheid van God in hun midden is, wordt op een pijnlijke manier 40 jaar ervaren: zelfs Mozes ontvangt geen toestemming om het land binnen te gaan! Alleen Jozua en Kaleb, de twee gelovige verkenners zullen het land binnen gaan!
“Achtmaal is het volk Israël vervallen tot een ontevreden morren. Dit mopperen moet men niet te licht opvatten; het is opstandigheid tegen God. (Ernst Aebi: Korte inleiding tot de Bijbelboeken, Numeri).  Mopperen plaveit de weg naar Kanaän met dode lichamen. 

Het nieuwe testament
In het nieuwe testament komen bijzonder veel verwijzingen terug naar het Bijbelboek Numeri. We zullen er enkele noemen:
a.      De rots in de woestijn verwijst naar Christus, die levend water geeft (1 Kor 10)
b.      De koperen slang wordt opgericht opdat een ieder die gelovig ziet op deze slang, redding ontvangt en behouden wordt. Zo is Jezus aan het kruis gehangen, net zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft (Joh 3:14-17).
c.       De wolk- en vuurkolom is beschermend aanwezig bij het volk. Deze wolk wordt de sjechina genoemd: Gods aanwezigheid. Zo is Jezus bij de hemelvaart weggenomen door een wolk, wat betekent dat Hij niet verdwenen is, maar aanwezig blijft! Een belangrijke link is te vinden tussen Numeri 10:35-36 en Psalm 68, die vervolgend in Efese 4 (hemelvaart) geciteerd wordt! Jezus is nabij Zijn volk!
d.      De woestijnreis is een aanklacht tegen het volk Israël dat keer op keer Gods’ aanwezigheid ter discussie heeft stelt. In 1 Korinthe 10 gebruikt Paulus dit als een waarschuwend voorbeeld voor de ruziezoekende gemeente in Korinthe. “En deze dingen zijn gebeurd als voorbeelden voor ons, opdat wij niet zouden verlangen naar kwade dingen, zoals ook zij verlangd hebben…. Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.”