donderdag 6 april 2023

Jezus' kruisiging, onze redding!

Over 'het kruis van Christus schrijft Isaac Ambrosius in de 17e eeuw veel wat ons ook vandaag helpt om op Jezus te zien deze Goede Vrijdag, 2023 

(deze Ambrosius, een Engelse theoloog, schreef zijn ‘Het zien op Jezus’, waarin hij alle aspecten van de komst en wederkomst van Christus bespreekt. Dit stukje komt uit Deel III, hoofdstuk 2, paragraaf 6 ‘Van Christus’ kruisiging’) 

1.     “Zij trokken Hem zijn kleren aan” (Mt. 27:31). Origenes vertelt dat zij Hem de mantel afdoen, maar de doornenkroon niet wegnemen, waardoor zij hem geen enkele verlichting en ontferming gunnen. Wat zal het een grote pijn geven na zijn wrede geseling, dat zij de mantel van zijn lichaam hebben weggenomen. Want Jezus’ bebloede lichaam zat vastgekoekt aan de purperen mantel. Zit zal zijn wonden nog groter hebben gemaakt.

2.     “Zij leidden Hem weg”(Mt. 27:31) – Ze leiden Hem de stad uit naar de berg Golgotha, waarbij een uitroeper voorop loopt die roept wat de misdaad is van deze veroordeelde: dat Jezus een verleider en godslasteraar is, een valse leraar die van zichzelf zei dat Hij de Messias is de Koning van Israël en de Zoon van God.

3.     “Hij droeg zijn kruis” Voordat het kruis Hem draagt, heeft Hij het kruis zelf gedragen. Eerst hebben zij Hem daarmee gekruisigd als met een last en daarna hebben ze Hem daarmee gekruist als met een kruis. Net zoals Izak het hout van zijn offer droeg en als Uria die de brief met zijn veroordeling meedroeg, heeft Hij het gereedschap van zijn eigen dood gedragen. Wat een wrede manier van werken. Door bloedverlies had hij nauwelijks nog kracht, en dan moest hij nog dit zware kruis dragen. Maar om Hem niet helemaal te verzwakken en zijn kruisdood straks veel zwaarder te laten zijn, dwongen zij Simon van Cyrene dat hij Zijn kruis droeg” (Mt. 27:32). Hier leren we uit dat wij deelgenoten moeten worden van Christus’ lijden, want Hij zei “Wie achter mij wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.” (Mt. 16:24). En ook “Christus heeft voor ons geleden, opdat wij Zijn voetstappen zouden navolgen.” (1 Petr. 2:21).

4.     Hij heeft de vrouwen getroost die Hem klagend volgden. “Klaag niet over Mij maar klaag over uzelf en over uw kinderen.” (Luk.23:27-28). In zijn diepste ellende heeft Jezus zijn barmhartigheid niet vergeten, en hoort hij het geklaag van zijn vrienden. Hij vergeet zijn eigen lijden om hen te roosten. Hij voelde meer de tranen van hen die hem beklaagden dan het bloed dat uit zijn eigen lichaam stroomde. Wij hebben niet gehoord dat hij Pilatus of Herodes maar één woord waardig keurde. Maar naar deze vrienden keert Hij zich o om hen te troosten. Maar niet, voordat Hij hen hoorde klagen. Denk dien dat wij Jezus aangezicht zullen zien als wij ons niet eerst in berouw en boetvaardigheid naar Hem toewenden. “Want, wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien,” zegt Psalm 126. Mogen we dan niet klagen over de dood van Christus? Vinden we niet genoeg bewijzen uit de Bijbel waarin mensen klagen over een dode? Denk alleen aan het klagen over de dood van STefanus en Dorkas en heeft Jezus zelf niet geklaagd over de dood van Lazarus en over Jeruzalem? Het gaat er maar om dat we klagen over de zonde als zonde. Het zijn namelijk onze zonden die Christus laten lijden, laten we daarom bitter klagen over onze eigen zonden, die Jezus doorsteken. Doe als David die klaagde dat zijn tranen zijn voeding waren. Klaag over Jezus als over “Diegene die wij doorstoken hebben” (Zach. 12:10).

5.     “Zij gaven Hem wijn te drinken, die met gal gemengd was” (Mt. 27:34. Dat zij wijn te drinken gaven, was een bewijs van beleefdheid. Spreuken 31 zegt het al: “Geef sterke drank aan hen die verloren gaan, en wijn aan hen die bitter bedroefd zijn”. De gal zou Hem vergiftigen en een spoedige dood bezorgen, waarom Hij deze ook afslaat. Het gif wijst echter nog meer op onze eigen zonde, die in de bijbel met gif vergeleken wordt: “Hun wijndruiven zijn vergiftigde en hun bessen zijn bitter, hun wijn is addervergif” zegt God over zijn volk in Deut. 32:32-33. Zo vaak als wij tegen God zondigen, doen we niets anders dan dat we een scheut vergif mengen en dat aan Jezus Christus te drinken geven.

6.     “Zij kruisigden Hem” Mt. 27:25). Waarschijnlijk hebben zij Hem eerst vastgespijkerd op het kruis, waarna zij het hebben opgericht, zoals Mozes eerst de slang maakte en deze daarna omhoogstak. Maar volgens geleerden hebben zij Jezus eerst uitgerekt, gepijnigd en scherpe spijkers door zijn gepijnigde lichaam geslagen, maar hiermee heeft Hij het getuigschrift van onze zonden aan het kruis laten spijkeren.

Vergeet nu twee belangrijke punten niet: 

a.     De schande van Christus dood. Er staat geschreven “Vervloekt is ieder die aan het hout hangt” (Gal. 3:13). Deze dood was voor Joden een schandelijke dood, waarmee Hij zich vernedert en gehoorzaam wordt tot de dood aan het kruis (Fil. 2:8). Het was een schandelijke dood die in Deut. 21:23 een "door God vervloekte dood " genoemd wordt.

b.     De pijn van Christus' dood. Allereerst wordt die veroorzaakt door de spijkers die zijn lichaam vastspijkeren en hem de bewegingsvrijheid ontneemt. De zwaarte van zijn lichaam scheurt zijn lichaam uiteen, waardoor hij een langzame en pijnlijke dood sterft, die nog langer zou duren als hij niet zelf vrijwillig de geest gegeven had. Maar vergeet vervolgens ook niet de pijn van zijn ziel. Hier heeft Christus angsten en zielestrijd gehad, die Jesaja het “werk van zijn ziel” noemt (Jes. 53:11). De strikken van de dood en de angst van de hel treffen zijn ziel en laten Hem klagen “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten.” Kijk daarom nu naar zijn schande en pijn, die door onze zonden op Hem is gelegd. Zij, ja wij hebben Christus gedood, Hij die betrouwbaarder is dan onze familie en vrienden. Wat is het kruis op zijn rug – onze zonde. Wat is de doornenkroon op zijn hoofd – onze zonde. Wat is de spijker en de speerpunt in zijn lichaam – onze zonde. Het zijn niet Pilatus, Herodes, Annas of Kajafas die Hem ter dood brengen, maar onze zonde…

Laten we ons daarom tenslotte vertroosten met het doel van deze dood: “Zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de mensen zoon verhoogd worden, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwige leven hebben.” (Joh. 3:14-15). De dood door deze kruisiging is niet vruchteloos. “Christus is verhoogd, opdat Hij hen allen tot Zich zou trekken.” (Joh. 12:32) en “Hij heeft onze zonden op het hout gedragen.” (1 Petr. 2:24). Dit was het voornemen en de bedoeling van God, en zo moeten we het in geloof opnemen. Hier hangt onze troost, dit voornemen is het doel van Christus' lijden en het heerlijke nieuws van het Evangelie. Houdt dit altijd in gedachten: Christus is gekruisigd opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft.”