dinsdag 18 april 2017

Jezus leeft - Koning voor altijd!


Veel psalmen van David spreken over het lijden van David en de Zoon van David. Maar bij het lezen van de psalmen na Pasen viel me op hoeveel er gesproken wordt over de heerlijkheid van Zijn koninkrijk. Spreekt David niet tè groots over zijn koningschap? Laten we eens zien wat het oplevert als we de Psalmen in ons Bijbelrooster zien als voorzeggingen van Jezus’ koningschap. En als je zelf wilt proberen - lees de Psalmen nog eens door! Zeker weten dat je er nog meer tegenkomt! 

Psalm
Koningschap van David?!
Vervulling in Jezus – de zoon van David!!
16:10, 11
“Want u zult mijn ziel in het graf niet verlaten, U laat niet toe dat Uw Heilige ontbinding ziet. U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht…”
Natuurlijk spreekt David over zijn God die zelfs uitkomsten tegen de dood belooft. Maar pas bij de Heere Jezus wordt werkelijk vervuld dat ‘zijn lichaam niet ontbindt, maar bewaard wordt tot de opstanding’. Jezus de Opgestane!
17:8,9
“Bewaar mij als Uw oogappel, verberg mij onder de schaduw van Uw vleugels voor de goddelozen die mij verwoesten, voor mijn doodsvijanden die mij omsingelen.”
Net als David mogen al Gods vrienden weten dat we beschermd worden. Maar dit alles dankzij Jezus – Gods geliefde Zoon die niet alleen Gods oogappel, maar zelfs het ‘stralende beeld van God Zélf’ is.  
18:5,6 en 8, 10
“Banden van de dood hadden mij omvangen… Banden van het graf omringden mij….”
“Toen daverde en beefde de aarde… hij boog de hemel en daalde neer…”
De opstanding van de Heere Jezus ging gepaard met een aardbeving. Een flitsende engel vanuit de hoogte daalde neer. Jezus steeg uit het graf. Zijn opstandingskracht redt ook ons in alle  omstandigheden!
20:7
“Nu weet ik dat de HEERE zijn gezalfde verlost! Hij zal hem verhoren uit zijn heilige hemel, met machtige daden van heil door zijn rechterhand.”
Deze psalm is een gebed voor de koning. Zijn koningschap wordt door de HEERE beschermd. Jezus’ gerechtigheid krijgt instemming vanuit de hemel. Hij staat op. Laten we dicht bij Jezus blijven – in Hem krijgen we goddelijke bescherming en hulp!
21:5 -7
“Leven heeft hij van U verlangd en U hebt het hem gegeven, lengte van dagen, eeuwig en altijd. Groot is zijn eer… Want U stelt hem voor eeuwig tot grote zegen.”
Veel zonen van David hebben lang geregeerd. Bijv. Salomo, maar ook Josia en Hizkia. Maar geen van hen heeft ‘eeuwig’ geregeerd. Behalve Jezus – dé nakomeling bij uitstek!
22:28
“Alle einden van de aarde zullen eraan denken en zich tot de HEERE bekeren: alle geslachten van de heidenvolken zullen zich voor Uw aangezicht neerbuigen. Want het koningschap is van de HEERE, Hij heerst over de heidenvolken.”
Hierin weerklinkt wat Jezus uitriep: “Mij is alle macht in hemel en op aarde gegeven.” (Mt 28:18). Of denk aan wat Johannes op Patmos zag gebeuren: “Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging.” (Op. 5:12).
23:2
“De HEERE is mijn Herder.”
Zoals God zich openbaarde aan Mozes als Jahweh (‘Ik zal zijn die ik zal zijn’), openbaart Jezus zich als precies dezelfde Goede Herder.
24:8
“Wie is deze Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in de strijd.”
Als Johannes in een visioen (Op19:11-21) Jezus ziet, wordt Hij Getrouw en Waarachtig genoemd. Hij voert het leger aan , waarmee hij de heidenvolken onder de voet loopt. Hij draagt een bijzondere naam: “Koning der koningen en Heere der heren.”  Met alle respect voor koning David – maar hier kon hij niet aan tippen!  


dinsdag 11 april 2017

Exodus 2.0

De Joodse leiders willen Jezus doden; maar niet op het feest van pascha. En tóch gebeurt dit! Hoe arrangeert Jezus de omstandigheden zo dat Hij op dít feest juist zijn leven geeft? Heeft dit ons iets te zeggen? We kijken vooral naar de betekenis van de Exodus uit Egypte en naar de liederen die het Joodse volk al eeuwen zingt, psalm 113-116.

Bevrijding en verbond
De bevrijding uit Egypte betekent bevrijding van de slavernij. Het volk trekt de woestijn in en de HEERE (JHWH) sluit een verbond met dit volk. Voortaan is ze Zíjn bijzondere volk. Geroepen om Gods wetten na te leven en zijn offers uit te voeren. Deze vrijheid en dankbaarheid worden elk jaar gevierd bij het pascha. Elke vader slacht een lam (verwijst naar bloed dat beschermt) in de tempel, en men eet bij de sedermaaltijd[1] ongezuurde broden (verwijst naar haastig vertrek) en bittere saus (verwijst naar bittere slavernij). Tijdens de maaltijd gaan vier bekers wijn rond: de beker van de heiliging, van de plagen, van de dankzegging en van de lofprijzing.
                Juist bij deze derde beker, die van de verlossing of dankzegging stelt Jezus een nieuw verbond in. Hij breekt het brood in stukken en legt uit “dit is mijn Lichaam” tot verlossing van de wereld uit de zonde. En als hij de derde beker opneemt, zegt hij “Dit is mijn bloed dat voor velen vergoten wordt tot vergeving der zonden.” Redde het bloed van het lam in Egypte de mensen van de doodstraf, dan redt het bloed van Jezus mensen van de dood. Dat Jezus op het pascha stierf is dus niet zomaar! Hij wilde iets nieuws duidelijk maken. Er breekt met mijn dood een nieuw verbond aan: bevrijding uit slavernij van zonde en leven dankzij het Lam van Golgotha!

Psalmen
De Psalmen 113-118 worden traditioneel gezongen bij dit feest. Psalm 114 zingt “toen Israël uit Egypte trok…” en psalm 115 roept “De doden zullen de HEERE niet prijzen… maar wíj zullen de HEERE loven.”  Maar als psalm 116 klinkt, klinkt het lijden van Jezus ons van elke regel tegemoet.
“Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het graf hadden mij getroffen.”
“De HEERE bewaart de eenvoudigen, ik was uitgeteerd, maar Hij heeft mij verlost.”
“Ik zal de beker van het heil heffen en de Naam van de HEERE aanroepen.”
“Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen.”
Het moet voor de Heere Jezus een heftige en bijzondere ervaring zijn geweest. Hij zingt over zichzelf en zijn discipelen hebben het nauwelijks door. Ook weten ze nog niet hoe binnen een jaar Psalm 117 waarheid wordt, waarin staat “Looft de HEERE, alle heidenvolken, prijs Hem, alle natiën.”  Helder klinkt daarin Gods plan om de wereld te redden. Niet alleen het volk Israël, maar alle natiën van de wereld mogen delen in het heil van Israëls God.
                Tenslotte zal psalm 118 diepe inhoud krijgen bij de kruisiging. Jezus wordt als “de steen die de bouwers verworpen hadden, maar tot een hoeksteen wordt.” (vs 22) De echo van de intocht op de ezel klinkt door als ze zingen “Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE!” (vs 26) Dat de discipelen het toen nóg niet begrepen? Helder is in elk geval dat je ogen gesloten kunnen blijven voor de bijzondere betekenis van Jezus’ dood. Maar dat de Bijbel er duidelijk over is, moge duidelijk zijn.

Conclusie
Het plan van de leiders gaat niet door. Jezus is immers de leider. Hij besluit te gaan op Zijn tijd. Hij blijkt daarin de HEERE te zijn die de geschiedenis leidt naar Zijn wil.




[1] Zie voor uitleg van de huidige praktijk van Messias belijdende joden  http://www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel/voi49-2b.php?sw=935&sh=934

maandag 10 april 2017

De koning en het ezelsveulen

Een groot deel van het Evangelie is gewijd aan Jezus’ laatste dagen voor de kruisiging. Wat er op die dagen gebeurt, lijken toevallige gebeurtenissen, maar zijn ze dat ook? Jezus rijdt op een geleend ezelsveulen de stad Jeruzalem binnen. Waarom een ezel? En waarom juist op deze dag? We zullen zien dat Hij heel bewust twee profetieën over de komende Messias vervult. Zo is Hij geen toevallige passant in deze wereld, maar een koning die zelfbewust zijn weg gaat.
Het dorpje Bethfagé, een dag na de sabbath. Een ezelin met veulen staan vastgebonden aan een hek, als plotseling twee mannen aan komen lopen. Voor de verbaasde ogen van de eigenaar knopen ze het touw los van het hek. Als hij geschrokken vraagt wat ze willen, zeggen ze: “De Rabbi heeft ze nodig.”
De discipelen begrijpen de bedoeling. Zij leggen hun mantels op het veulen en zetten Jezus op de ezelin. Mensen breken takken van palmbomen en zwaaien ermee, alsof ze een koning binnenhalen. Ook maken ze een loper van jassen en takken op de grond, waarover het ezelsveulen loopt. En Jezus, hij maakt geen bezwaar. Het lijkt bij zijn Koninklijke werk op aarde te horen. De Heiland der wereld heeft dit met een bedoeling gedaan: de mensen moeten zien dat de voorzeggingen over de Messias ook werkelijk uitkomen. Jezus’ daden bewijzen zodoende zijn identiteit. We zullen twee voorzeggingen bekijken.
Voorzegging van het ezelsveulen
Zacharia was een profeet die Israël hoopvolle woorden toesprak bij de herbouw van de tempel. In één van zijn boodschappen zegt hij: “Verheug u zeer, dochter van Sion, Juich, dochter van Jeruzalem. Zie uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland, arm, en rijdend op een ezel, op een ezelsveulen, het jong van een ezelin.” (Zach. 9:9). De volgelingen van Jezus, en ongetwijfeld ook de Farizeeën moeten geweten hebben wat erop volgde: “Hij zal vrede verkondigen aan de heidenvolken. Zijn heerschappij zal zijn van zee tot zee, van de rivier de Eufraat tot aan de einden van de aarde.”
De koning die op een ezelin de stad binnenrijdt zal dus regeren met vrede. Heidenvolken zullen geen oorlog meer voeren. Vandaar dat de menigte uitzinnig van blijdschap wordt en zich afvraagt: ‘Krijgen we in Jezus deze koning van vrede’?  
Voorzegging van de koning
De mensenmassa begint vervolgens ook Psalm 118 te scanderen. En heel bijzondere psalm in de tijd van het Joodse Pascha met daarin een voorzegging van de reddende koning (Messias). Jeruzalem raakte rond Pascha overvol. Uit alle delen van de wereld kwamen zij in Jeruzalem de bevrijding uit Egypte vieren. Bij de sedermaaltijd zong men de Psalmen 113-118. En deze laatste psalm beschrijft een overwinningsintocht van het leger van Israël. De overwinning is behaald en de koning wordt geëerd. Op alle feestgangers slaat nu de vonk over en zij beginnen Jezus als koning te begroeten: ‘Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE!’.
Voor de goede luisteraar zal er echter nog véél meer hebben meegeklonken. En zeker voor Jezus. Wie anders dan Hij kon zeggen “Ik zal niet sterven, maar leven” (vs 17) of ook ‘de steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden’. (vs 22) en is Jezus niet de deur ‘door wie de rechtvaardigen binnengaan.’ (vs 20). Deze uitroepen van het volk weerspiegelen een groot verlangen naar een rechtvaardige koning. Echter, niemand van deze mensen had verwacht dat Jezus’ overwinning dóór de dood op Golgotha heenging. En vele mensen hebben hem enkele dagen later als een ongemakkelijke steen verworpen. Ze ergerden zich aan Hem.
Opnieuw is het Pascha. Alle joden in de wereld zullen vandaag (10 april 2017) hun kinderen vertellen over de uittocht uit Egypte. Samen zullen ze deze week zingen de Psalmen 113-118. Zullen zij ook iets zien van Jezus? Het is alsof zij nog eeuwen achter de vervulling aanlopen, of hebben we de nieuwste vervulling nog te verwachten: Jezus die wederkomt, met koninklijke majesteit en waardigheid. Laten wij blijven kijken naar Jezus: dan zien we een koning die bewust uitvoert wat voorzegd was. Een koning die te vertrouwen is. Een koning die vrede verkondigt en uitdeelt!