zaterdag 19 juli 2014

Wat is goed leven? Over analyse en remedie van een zieke maatschappij.


Enkele maanden geleden las ik het boek "Identiteit" van Paul Verhaeghe. Zijn analyse van de huidige maatschappij is scherp en treffend! Maar als ik nog eens nalees wat hij in hoofdstuk 8 als conclusie schrijft, over "Het Goede Leven" lijkt me het middel nog erger dan de kwaal. Waarom blijven we zo op het individu hameren? Mijn inziens zijn we gemaakt om samen-te-leven

In zijn samenvattende hoofdstuk 8 merkt Verhaeghe opnieuw op dat de samenleving dwingend is geworden. Het evenwicht is eruit door neo-liberalisme, door de digitalisering en de nadruk op kille cijfers. Daarbij komt een anti-autoritaire stroming in de 20e Eeuw, waardoor gezagsverhoudingen zoek zijn. Zijn er oplossingen te bedenken? Verhaeghe lost nog enkele schoten voor de boeg. Verder komt hij m.i. niet, maar er worden herkenbare zaken geschetst.
Door slechte arbeidsorganisatie raken mensen ziek; burn-out is gevolg van onvoldoende respect en waardering van de persoon. Dit los je niet op met bonussen. Intrinsieke motivatie verdwijnt juist bij een topdown organisatie. Het gevolg hiervan is dat er bottom-up initiatieven ontstaan die werknemers weer plezier in het werk geven. Goed voorbeeld is de opkomst van Wikipedia (i.t.t. het wetenschappelijk, zwaar gesubsidiëerde Encarta wat voor geen meter liep) . Met dit voorbeeld bewijst Verhaeghe dat men op zoek is naar een nieuwe norm, die weer intrinsieke motivatie levert. Blijkbaar is Wikipedia beter aangepast aan de huidige samenleving.
Digitalisering ziet hij als een illusie. Statistieken ook. Die doden het werk. “Cijfermatig gestuurde evaluatie- en functioneringsgesprekken zijn vaak dodelijk voor werktevredenheid, motivatie, loyaliteit en identificatie met het bedrijf. Een dergelijke aanpak fnuikt elke vorm van creativiteit en autonomie en lokt een gevoel van vernedering en een verlies van zelfrespect uit. Die negatieve effecten worden des te zwaarder naargelang men bij de evaluatie kwalitetieve en contextuele factoren laat vallen en er een uniform meetsysteem opgelegd wordt door een instantie die nauwelijks vertrouwd is met wat er op de werkvloer gebeurd. (2012: 227)
Wie moet er veranderanderen. De ander niet, wat die ander zijn wij zelf. Wij mensen moeten veranderen, een nieuwe moraal hanteren. (hier volgen enkele van Verhaeghes scherpe uitspraken). 
                “de bipolaire stoornis (vroeger bekend als ‘manisch-depressief’) is bij uitstek de aandoening   van het neoliberalisme.”
                “De postmoderne mens lijdt aan een vreemde dissociatie, een nieuwe vorm van            persoonlijkheidsverdubbeling. We klagen het systeem aan, staan er vijandig tegenover en      voelen ons machteloos om het te veranderen.”

Wat is er nodig?
Loslaten van het cynisme voor het systeem, en in plaats van consumeren actief deelnemen aan de maatschappij, als een zelfbepalend burger. Verder pleit Verhaeghe ervoor om waarden te verkopen die als deep frames het onderbuikgevoel weer bevestigen. Mensen moeten weer visie krijgen om de maatschappij op te bouwen, om het leven weer aan te kunnen.
In mijn ogen zijn deze twee punten van Verhaeghe los zand. Wat wij nodig hebben is een herbronning op de christelijke normen en waarden waar onze maatschappij op gestoeld is. Lees hiervoor Charles Taylor die in zijn ‘Een seculiere Tijd’ aanwijst dat de huidige maatschappij alleen functioneert, als zij de christelijke bronnen weer hanteert! Ook is de therapie van Verhaeghe niet een oproep aan het gevoel, maar aan het verstand van de mens. Alsof we weer ‘verstandig’ moeten worden. Het probleem zit toch ergens anders?
Vervolgens voorziet Verhaeghe dat mensen weer zelf zorgend zijn en hun normen en waarden volgen Grieks voorbeeld weer internaliseren. 
                “Als er geen symbolisch gedragen en identificeerbare autoriteit meer bestaat en als een            gemeenschapsethiek het veld moet ruimen voor een competitief mensbeeld, dan ontstaat er              inderdaad een survival of the fittest. Dit is de eerste belangrijke paradox van de neoliberale vrijemarktideologie: dat ze onvermijdelijk uitmondt in een overmaat aan inmenging.” (2012:         242).

Verhaeghe roept om de bevrijding van het individu, en daarmee is mijns inziens de mens nog meer aan zichzelf overgelaten. De mens was toch een groepsdier? 

vrijdag 11 juli 2014

Vluchtigheid in Prediker

    
Prediker
IJdelheid, IJdelheden? Lucht en leegte? Alles is even vluchtig? Welke vertaling recht doet is niet geheel eenduidig. Het Hebreeuwse woord ‘hébel’ kennen we in ons woord voor ‘nevel’ alsook in het woord ‘nihilisme’.  Mijn voorkeur gaat uit naar de vergelijking met nevel. De nevel is de mist die boven de akkers hangt en een voorbode is voor de opkomende zon, die spoedig de nevel zal uitbannen. De nevel is evengoed vluchtig, alsook luchtig, maar zeker vergankelijk!

Is het leven zélf dan leeg en ijdel? Is de schepping dan ijdel en vruchteloos? De zonde heeft wel veel vernield van wat op aarde is, maar níet het menszijn zélf opgeheven. Ijdel is wel “Alles wat in vertrouwen op menselijke kracht tot stand komt. De vruchteloosheid van menselijke ondernemingen” Het leven zelf dus in wézen niet, wel in wat het geworden is.
In het Nieuwe Testament verwoordt Paulus het treffend: “want het schepsel is aan de zinloosheid onderworpen… want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. ”(Rom 8:20,22 HSV). In het Nieuwe Testament krijgen we hier een heerlijke overwinningsboodschap. De ijdelheid, de nevel is niet het einde: met de opstanding van Jezus Christus is er hoop op een hernieuwde schepping. Bekering en levensvernieuwing, hoop en toekomst.
Vernieuwing heeft ook een doel! Dit wordt prachtig verwoord in onderstaand stukje dat ik ergens vond:
Zonder Gods Geest keert je lichaam terug tot stof
Zonder Gods doel is ons werk tevergeefs
Zonder Gods liefde is ons dienen doelloos.

Onbezorgd genieten?!

Onbezorgd genieten?!
Zorgen zijn er om je op het juiste pad te houden. Ja, werkelijk waar.
Zorgen laten je zien dat het leven sterfelijk is en kort.
Zorgen laten je zien dat het ‘genieten van de waan van de dag’ leeg is.
Want genieten, dat doen we toch met volle teugen. Zoals Paul Verhaeghe schrijft: “We genieten ons te pletter, maar niemand is tevreden.” Hij doelt hier op de vrijheid van de Westerse mens. Een onwerkelijke vrijheid, aldus Verhaeghe, want “vrijheid is een illusie: als het niet lukt (succes in het leven), geven we onszelf de schuld. Het gevolg hiervan zijn gevoelens van vernedering, schuld en schaamte.” Hij doelt hier op hetvrijheidsdenken waaraan we verslaafd zijn geworden: je móet presteren, illumineren, indruk maken om vooruit te komen.

Deze uitspraken leggen een probleem bloot van onze samenleving. Leven zonder God is doelloos. In het Bijbelboek Prediker wordt ons duidelijk dat alles even ‘vluchtig’ is, leeg en hol. Daarom krijgen we van de Prediker het advies om “te gedenken aan je Schepper als je jong bent, voordat de kwade dagen komen, waarin je geen zin meer hebt.”(Pred. 12:1). In hoofdstuk 12 van genoemde boek staat een indrukwekkend gedicht over de ouderdomskwalen. Blindheid, trillende handen, vermoeide ledematen, dove oren, etc. Het leven eindigt in een desillusie als je denkt jong te kunnen blijven.
Ik denk namelijk dat dit een probleem is van de Westerse mens. We worden nauwelijks met moeilijkheden geconfronteerd, komen nauwelijks met de dood in aanraking. We hebben hierdoor weinig ervaring om om te gaan met verlies, lijden, problemen enz. Daarom spreekt een boek als Prediker met bijzonder aan. De jeugd end e kracht van het jonge leven  zijn een uitdaging om die kracht en vitaliteit optimaal te benutten! Met het oog op het ouder worden, kunnen we nú al wijsheid verzamelen.
Prediker leert ons nadenken over een manier van leven in deze wereld, waarbij we Zijn geboden toepassen. “De opwinding van de jeugd kan een belemmering vormen voor de omgang met God áls je de aandacht richt op voorbijgaand plezier in plaats van op eeuwige waarden.” (uit: Het Leven).
De adviezen van Prediker zijn dan ook actueel als anders.
1.
Vrees God en houdt Zijn geboden.”  Leven met Gods idealen, Gods regels geeft een leven dat zin en richting heeft. Het heeft betekenis, omdat je leeft voor Iemand. Omdat je doel duidelijk is: leven voor je Schepper.
2.
Ga de wegen van je hart, volg je ogen, maar weet…. Dat God je over deze dingen in het gericht zal brengen”.De daden van ons leven hebben impact op onze toekomst. Alles wat je doet komt in de Grote Beoordeling. God zal alle onrecht duidelijk naar voren brengen en recht spreken. Vreugde voor hen die onder onrecht gebukt gaan. Vrees voor hen die onrecht begaan.
3.
Weer dus wrevel uit je hart, en doe het kwade weg uit je lichaam.”  Zoals alcohol je leven verkort, tabak je longen aantasten, en ongewenste seksualiteit je leven besmeurd. De oproep is om je hiervan los te rukken en te leven met het doel voor ogen: ontzag voor God hebben!
4.
God  zal namelijk elke daad in het gericht brengen. C.S. Lewis zegt over het gericht ongeveer het volgende: “Ik denk dat vooral beoordeling volgt over de daden die weníet gedaan hebben. Juist over die goede daden die we nagelaten hebben, zal God ons ter verantwoording roepen.” Dit lijkt wel op de les van de Heere Jezus, in de gelijkenis van de ´schapen en de bokken´.  De bokken lijken van niets te weten: ‘wanneer hebben we U hongerig gezien, of naakt en in de gevangenis?” Ze zijn zich van geen kwaad bewust. Blijkbaar kunnen we egoïstisch leven zonder te weten waarom God hierover niet tevreden is. Hierover komt het gericht.