donderdag 16 april 2020

Brief aan Salomo - koning van Israël

Wat kunnen VO-leerlingen heerlijk schrijven aan een wijze koning in Israël. Voor het vak godsdienst schreven zij een brief waarin ze de levensstijl van koning Salomo vergeleken met wat hij in zijn wijsheidsboeken heeft geschreven. 

Jarno en Lotte schreven deze hartelijke brief: 


O Koning, leef in eeuwigheid!

Het is voor mij als uw onderdaan erg moeilijk om een brief aan U te schrijven.
Want ik weet dat wij van onze God in de Hemel een koning wilden hebben. Eerst wilde onze Hemelse Vader dat niet, maar uiteindelijk kregen wij een koning van God. Een koning die letterlijk met kop en schouders boven de rest van onze bevolking uit steeg, maar helaas was dat niet geestelijk. Hij deed wel de zaken die God van hem verlangde, maar niet met zijn hele hart. Saul werd het koningschap afgenomen.
Uiteindelijk heeft het God behaagd, om ons land een andere koning te geven. Uit de afgehouden tronk van Isaï, ontsprong een twijgje: David werd koning. Uw vader deed wat goed was in de ogen van onze Vader, echter hij had ook zijn zwaktes.
Uiteindelijk is hij gestorven in het geloof dat er een plaats voor hem is vrijgemaakt in de hemel.

U koning Salomo, mocht het rijk van uw vader overnemen.
Als een wonder kreeg u dat van uw vader, want u was niet de oudste.
Maar u geloof in God heeft er voor gezorgd dat u koning werd.
Wij, als gelovige mensen uit Lodebar, waren daar erg blij mee.
Want U wilde van onze God kracht en wijsheid en verstand.
U heeft dat ontvangen van God en de Heere zegende U.
Zo werd uw rijk groter en groter, en voerde U ook geen oorlogen. U wordt een vredeskoning genoemd, want volgens ons verwijst naar de Koning van Vrede, die eenmaal zal komen om te oordelen over de levenden en de doden. Zo hebben wij van onze Hemelse Vader een verbond ontvangen, dat als wij Hem niet zouden verlaten, Hij ons ook niet zou verlaten.

Een hele lange inleiding Koning om deze brief mee te beginnen.
Want wij willen u een brief schrijven om u niet te veroordelen, maar als teken van medeleven en om u te wijzen op het Woord van onze God.

In de wet van die wij van Mozes ontvangen hebben, staan namelijk een aantal regels opgesteld waar wij ons aan moeten houden. Zo beschrijft Mozes in de naam van onze Vader 3 belangrijke regels waaraan wij ons moeten houden.
Een  eerste regel is dat de koning geen goud of zilver mogen ophopen, de koning mag ook geen grote kudde paarden hebben en de koning mag ook niet veel vrouwen hebben.
Over 2 van deze regels maken wij ons zorgen Koning!
De eerste regel over het goud en zilver is volgens ons niet helemaal gelukt. Want wij horen zelfs van karavaanreizigers, die ons dorp aandoen, dat er zelfs in Morenland gesproken wordt over uw enorme rijkdom. En dat terwijl er verschillende mensen in armoede leven. In de dorpen in onze omgeving zijn er verschillende gezinnen die niet meer rond kunnen komen.
Dit mag volgens de regels van God niet. Wij vragen u daarom ook of u uw raadsmensen wilt sturen naar de omgeving van Lodebar om te komen kijken naar de armoede die er is.

Het tweede punt waar we over willen schrijven is over de hoeveelheid van uw vrouwen. Dit punt vinden wij erg lastig om te beschrijven, want u zegt in het door u geschreven boek Prediker dat wijze mensen weten wanneer ze wat moeten doen. En dat u wijs bent staat voor ons vast. En u werkt ook hard, staat voor ons klaar. God belooft daarom ook dat in een land waar de Koning hard werkt, het goed zal gaan met het land. Maar het doet pijn om ook andere dingen te lezen in uw geschreven boeken.
Want u schijft in datzelfde boek ook dat het met mensen die zich niet houden aan de regels van God, het slecht zal aflopen. En dat willen wij echt niet.
Want God heeft beloofd dat uw familie op de troon zou blijven totdat Silo komt. Dat zou volgens ons het eind van de wereld zijn.

En volgens ons houdt u zich niet aan de geboden van onze God.
Zou hebben wij op onze pelgrimsreis naar Jeruzalem gezien dat er speciale paleizen zijn voor uw vrouwen en bijvrouwen. Wij hebben van verschillende lakeien gehoord dat u ongeveer 1000 bijvrouwen en vrouwen heeft. Een enorm getal waarvan wij duizelen. Dat zijn meer vrouwen dan de inwoners van ons dorp Lodebar!
En volgens ons staat dit ook haaks op uw boeken. In het boek dat u de naam gaf Hooglied schrijft u over uw liefste, hoe goed uw liefste is en hoe lief u haar heeft en dat ze mooier is dan alle andere vrouwen.
Over welke vrouw heeft u het dan ? Nummer 1, of nummer 13 ?
Wij vragen u met klem om afstand te nemen van al uw vrouwen en bijvrouwen en terug te gaan naar uw eerste vrouw. Met haar heeft u als eerste eeuwige trouw beloofd.
God heeft gezegd dat hij de mensen die trouw blijven zal zegenen. God heeft ons 10 woorden gegeven om ons daaraan te houden. Als wij ons daaraan houden zal het ons welgaan in het land dat de Heere ons zal geven.
Wij zijn niet beter, want ook wij kunnen ons niet houden aan de 10 woorden van God.
Daarom willen wij u vragen om deze brief niet als een veroordeling te zien, maar als een oproep om te buigen voor onze God en zijn 10 woorden en regels te houden.
Wij sluiten onze brief af met een lied wat uw vader gemaakt heeft, waarin het duidelijk is dat wij niet meer wonen in Egypte maar in het beloofde land waar Zijn regels gelden boven menselijke regels:

“Want Hij hield Zich aan de belofte die Hij aan zijn dienaar Abraham had gedaan.
Hij redde zijn volk uit Egypte. Zingend en juichend gingen de mensen mee.
Hij gaf hun de landen van andere volken.  Alles waar anderen hard voor gewerkt hadden,  was nu voortaan van hen.
In dat land (dus het land waar wij nu wonen) moesten ze zich aan zijn wetten houden en Hem gehoorzaam zijn.   
Prijs de Heer! Halleluja! “



Met liefdevolle groet in God verbonden,

De bevolking van Lodebar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten